Spreuken 1:13-18 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

13. wij zullen allerlei kostbare dingen vinden,wij zullen onze huizen vullen met buit;

14. gij zult met ons uw aandeel krijgen,één buidel zal er zijn voor ons allen –

15. mijn zoon, ga niet met hen op weg;weerhoud uw voet van hun pad;

16. want hun voeten snellen naar het kwaaden haasten zich om bloed te vergieten.

17. Want tevergeefs is het net uitgespannenvoor de ogen van al wat vleugels heeft;

18. zij echter loeren op hun eigen bloeden leggen een hinderlaag voor hun eigen leven.

Spreuken 1