Ruth 2:20 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

Daarop zeide Noömi tot haar schoondochter: Gezegend zij hij door de Here, die zijn goedertierenheid niet heeft onttrokken aan de levenden noch aan de doden. Verder zeide Noömi tot haar: Die man is aan ons verwant, hij is een van onze lossers.

Ruth 2

Ruth 2:12-23