33. En nadat Gideon gestorven was, gingen de Israëlieten opnieuw overspelig de Baäls nalopen en maakten Baäl-Berit tot hun god;
34. de Israëlieten dachten niet aan de Here, hun God, die hen uit de macht van al hun vijanden rondom gered had,
35. en waren het huis van Jerubbaäl-Gideon niet erkentelijk in verhouding tot al het goede, dat hij aan Israël gedaan had.