Richteren 8:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Maar hij antwoordde hun: Wat heb ik nu gedaan in vergelijking met u? Is de nalezing van Efraïm niet beter dan de wijnoogst van Abiëzer?

3. In uw macht heeft God gegeven Oreb en Zeëb, de vorsten van Midjan; wat heb ik kunnen doen in vergelijking met u? Toen hij zo sprak, bedaarde hun toorn tegen hem.

4. Toen Gideon aan de Jordaan gekomen was, stak hij over met zijn driehonderd mannen, die ondanks hun vermoeidheid de vervolging voortzetten.

5. En hij zeide tot de inwoners van Sukkot: Geeft toch enige broden voor de manschappen, die mij volgen, want zij zijn vermoeid, en ik achtervolg Zebach en Salmunna, de koningen van Midjan.

Richteren 8