8. Daarop namen zij de teerkost en de horens van dit volk met zich mee; en alle mannen van Israël liet hij heengaan, ieder naar zijn tent, maar die driehonderd mannen hield hij bij zich. De legerplaats nu van Midjan lag beneden hem in de vlakte.
9. In die nacht zeide de Here tot hem: Sta op, val de legerplaats binnen, want Ik heb die in uw macht gegeven.
10. Indien gij echter bevreesd zijt om die binnen te vallen, daal dan met uw dienaar Pura af naar de legerplaats;