Richteren 7:4-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Maar de Here zeide tot Gideon: Nog is er te veel krijgsvolk; doe het afdalen naar het water, dan zal Ik hen daar voor u schiften. Ieder van wie Ik u zeggen zal: deze zal met u gaan, die zal met u gaan, maar ieder van wie Ik u zeggen zal: deze zal niet met u gaan, die zal niet gaan.

5. Toen deed Gideon het volk afdalen naar het water, en de Here zeide tot hem: Al wie met zijn tong het water opslurpt als een hond, die zult gij afzonderen van al degenen, die op hun knieën gaan liggen om te drinken.

6. Het getal nu van hen die slurpten met de hand aan de mond, bedroeg driehonderd man, maar al het overige volk ging op de knieën liggen om water te drinken.

Richteren 7