25. Toen wachtten zij, tot zij er verlegen mee werden, maar zie, hij deed de deur van het bovenvertrek niet open; toen haalden zij de sleutel, deden open en zie, op de grond lag hun heer, dood.
26. Terwijl zij talmden, was Ehud echter ontkomen; hij kwam langs de gebeeldhouwde stenen en bereikte veilig Seïra.
27. Toen hij daar aangekomen was, blies hij de hoorn op het gebergte van Efraïm, en de Israëlieten daalden met hem het gebergte af, hij zelf voorop.