Richteren 1:27-29 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

27. Manasse heeft de inwoners van Bet-Sean met zijn onderhorige plaatsen niet verdreven, noch die van Taänak met zijn onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Dor met zijn onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Jibleam met zijn onderhorige plaatsen, noch de inwoners van Megiddo met zijn onderhorige plaatsen, zodat de Kanaänieten erin slaagden in die streek te blijven wonen.

28. Toen Israël sterk geworden was, verplichtte het de Kanaänieten wel tot herendienst, maar verdreven heeft het hen niet.

29. Ook Efraïm heeft de Kanaänieten, die te Gezer woonden, niet verdreven, zodat de Kanaänieten in hun midden bleven wonen te Gezer.

Richteren 1