Psalmen 98:4-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Juicht de Here, gij ganse aarde,breekt uit in gejubel en psalmzingt.

5. Psalmzingt de Here met de citer,met de citer en met luide zang,

6. met trompetten en met bazuingeschal;juicht voor de Koning, de Here.

7. De zee bruise en haar volheid,de wereld en wie erin wonen;

8. dat de stromen in de handen klappen,de bergen tezamen jubelen

9. voor het aangezicht des Heren, want Hij komtom de aarde te richten;Hij zal de wereld richten in gerechtigheiden de volken in rechtmatigheid.

Psalmen 98