Psalmen 91:1-6 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten,vernacht in de schaduw des Almachtigen.

2. Ik zeg tot de Here: Mijn toevlucht en mijn vesting,mijn God, op wie ik vertrouw.

3. Want Hij is het, die u redt van de strik des vogelvangers,van de verderfelijke pest.

4. Met zijn vlerken beschermt Hij u,en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht;zijn trouw is schild en pantser.

5. Gij hebt niet te vrezen voor de verschrikking van de nacht,voor de pijl, die des daags vliegt;

6. voor de pest, die in het duister rondwaart,voor het verderf, dat op de middag vernielt.

Psalmen 91