Psalmen 88:14-19 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

14. Maar ik roep tot U, o Here,des morgens komt mijn gebed vóór U.

15. Waarom, o Here, verstoot Gij mij,verbergt Gij uw aangezicht voor mij?

16. Ik ben ellendig en wegstervend van mijn jeugd aan,ik draag uw verschrikkingen, ik ben radeloos;

17. uw brandende toorn gaat over mij heen,uw verschrikkingen vernietigen mij;

18. de ganse dag omringen zij mij als water,zij omsingelen mij tezamen.

19. Vriend en metgezel hebt Gij van mij verwijderd;mijn bekenden zijn een en al duisternis.

Psalmen 88