Psalmen 68:33-36 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

33. Gij koninkrijken der aarde, zingt Gode,psalmzingt de Here; sela

34. Hem, die door de aloude hemel der hemelen rijdt.Hoor, Hij laat zijn machtige stem weerklinken!

35. Geeft Gode sterkte;zijn majesteit is over Israël,zijn sterkte in de wolken.

36. Geducht zijt Gij, o God, uit uw heiligdom;Hij, Israëls God, verleent sterkteen volheid van kracht aan zijn volk.Geprezen zij God!

Psalmen 68