1. Voor de koorleider. Een psalm van David.
2. Hoor, o God, mijn stem in mijn klagen,behoed mijn leven voor de verschrikking van de vijand;
3. verberg mij voor de raadslag van de boosdoeners,voor het woelen van de bedrijvers van ongerechtigheid,
4. die hun tong wetten als een zwaard,die hun pijl aanleggen – een bitter woord –
5. om in het verborgene op de onschuldige te schieten;plotseling schieten zij op hem, zonder iets te ontzien.