2. O God, Gij zijt mijn God, U zoek ik,mijn ziel dorst naar U,mijn vlees smacht naar U,in een dor en dorstig land, zonder water.
3. Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd,ziende uw sterkte en uw heerlijkheid.
4. Want uw goedertierenheid is beter dan het leven;mijn lippen zullen U roemen.