1. Voor de koorleider. Bij snarenspel. Op de wijze van: De achtste. Een psalm van David.
2. O Here, straf mij niet in uw toorn,en kastijd mij niet in uw grimmigheid.
3. Wees mij genadig, Here, want ik kwijn weg;genees mij, Here, want mijn gebeente is verschrikt.