1. Voor de koorleider. Op de wijze van: De duif op verre terebinten.Van David. Een kleinood, toen de Filistijnen te Gat hem gegrepen hadden.
2. Wees mij genadig, o God, want de mensen vertrappen mij,de ganse dag benauwen mij de bestrijders;
3. wie mij benauwen, vertrappen mij de ganse dag,ja velen zijn het, die mij uit de hoogte bestrijden.
4. Ten dage dat ik vrees, vertrouw ik op U;
5. op God, wiens woord ik prijs.Op God vertrouw ik, ik vrees niet;wat zou vlees mij aandoen?