1. Voor de koorleider. Op: Machalat. Een leerdicht van David.
2. De dwaas zegt in zijn hart:Er is geen God.Zij bedrijven gruwelijk en afschuwelijk onrecht;niemand is er, die goed doet.
3. God ziet neder uit de hemelop de mensenkinderen,om te zien, of er één verstandig is,één, die God zoekt.