Psalmen 38:10-14 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

10. Here, al mijn verlangen ligt voor U open,mijn zuchten is voor U niet verborgen;

11. mijn hart slaat hevig, mijn kracht begeeft mij,zelfs het licht van mijn ogen moet ik missen.

12. Mijn vrienden en bekenden staan afzijdig van mijn plaag,zelfs mijn verwanten staan van verre.

13. Wie mij naar het leven staan, spannen mij strikken,wie mijn onheil begeren, spreken van verderf,en zinnen de ganse dag op bedrog.

14. Maar ik ben als een dove, ik hoor niet,als een stomme, die zijn mond niet open doet;

Psalmen 38