Psalmen 32:1-2 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Van David. Een leerdicht.Welzalig hij, wiens overtreding vergeven,wiens zonde bedekt is;

2. welzalig de mens,wie de Here de ongerechtigheid niet toerekent,en in wiens geest geen bedrog is.

Psalmen 32