23. Terwijl ik in mijn angst dacht:ik ben verbannen uit uw oog –hebt Gij voorwaar mijn luide smekingen gehoord,toen ik tot U riep om hulp.
24. Hebt de Here lief, al zijn gunstgenoten;de Here bewaart de getrouwen,maar ruimschoots vergeldt Hij de trotsen.
25. Weest sterk en uw hart zij onversaagd,gij allen, die op de Here hoopt.