1. Van David.Doe mij recht, Here,want ik heb in onschuld gewandeld;op de Here heb ik vertrouwdzonder te wankelen.
2. Toets mij, Here, en beproef mij,keur mijn nieren en mijn hart.
3. Want uw goedertierenheid houd ik voor ogen,en ik wandel in uw waarheid.
4. Bij de valsaards zit ik niet neer,met de huichelaars ga ik niet om;
5. ik haat het gezelschap der boosdoeners,en bij de goddelozen zit ik niet neer.