Psalmen 2:9-12 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

9. Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots,hen stukslaan als pottenbakkerswerk.

10. Nu dan, gij koningen, weest verstandig,laat u gezeggen, gij richters der aarde.

11. Dient de Here met vrezeen verheugt u met beving.

12. Kust de zoon, opdat hij niet toorneen gij onderweg niet te gronde gaat,want zeer licht ontbrandt zijn toorn.Welzalig allen die bij Hem schuilen!

Psalmen 2