5. Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn,en verschrikt hen in zijn gramschap:
6. Ik heb immers mijn koning gesteldover Sion, mijn heilige berg.
7. Ik wil gewagen van het besluit des Heren:Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij;Ik heb u heden verwekt.
8. Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel,de einden der aarde tot uw bezit.
9. Gij zult hen verpletteren met een ijzeren knots,hen stukslaan als pottenbakkerswerk.