4. Die in de hemel zetelt, lacht;de Here spot met hen.
5. Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn,en verschrikt hen in zijn gramschap:
6. Ik heb immers mijn koning gesteldover Sion, mijn heilige berg.
7. Ik wil gewagen van het besluit des Heren:Hij sprak tot mij: Mijn zoon zijt gij;Ik heb u heden verwekt.
8. Vraag Mij en Ik zal volken geven tot uw erfdeel,de einden der aarde tot uw bezit.