Psalmen 17:2-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Laat het oordeel over mij van uw aangezicht uitgaan:uw ogen schouwen wat recht is.

3. Toetst Gij mijn hart, onderzoekt Gij des nachts,beproeft Gij mij, Gij vindt niets;wat ik ook bedenk, mijn mond overtreedt niet.

4. Wat betreft daden van mensen,naar het woord uwer lippen heb ik mij gewachtvoor de paden van de geweldenaar;

5. mijn treden hielden uw spoor,mijn schreden wankelden niet.

Psalmen 17