Psalmen 16:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Een kleinood van David.Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik.

2. Ik heb tot de Here gezegd: Gij zijt mijn Here,ik heb geen goed buiten U.

3. Wat betreft de heiligen die in den lande zijn:zij zijn de heerlijken in wie al mijn welbehagen is.

4. Vele zijn de smarten van hendie dingen naar de gunst van een andere (god);ik zal hun plengoffers van bloed niet plengen,zelfs hun namen op mijn lippen niet nemen.

5. O Here, mijn erfdeel en mijn beker,Gij zelf bestendigt wat het lot mij toewees.

Psalmen 16