5. Laten de vromen juichen met eerbetoon,jubelen op hun legersteden.
6. De lofverheffingen Gods zijn in hun keel,een tweesnijdend zwaard is in hun hand,
7. om wraak te oefenen aan de volken,bestraffingen aan de natiën;
8. om hun koningen met ketenen te bindenen hun edelen met ijzeren boeien;
9. om het beschreven vonnis aan hen te voltrekken.Dat is de luister van al zijn gunstgenoten. Halleluja.