Psalmen 139:19-24 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

19. O God, dat Gij toch de goddelozen ombracht– gij, mannen des bloeds, wijkt van mij –

20. die arglistig tegen U sprekenen uw naam tot leugen gebruiken, uw tegenstanders.

21. Zou ik niet haten, Here, wie U haten,niet verafschuwen wie tegen U opstaan?

22. Ik haat hen met een volkomen haat,tot vijanden zijn zij mij.

23. Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,toets mij en ken mijn gedachten;

24. zie, of bij mij een heilloze weg is,en leid mij op de eeuwige weg.

Psalmen 139