Psalmen 137:8-9 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

8. Gij, dochter van Babel, ter verwoesting bestemde,gelukkig hij, die u zal vergeldenhetgeen gij ons hebt aangedaan;

9. gelukkig hij, die uw kinderen zal grijpenen tegen de rots verpletteren.

Psalmen 137