19. Sichon, de koning der Amorieten,want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid;
20. en Og, de koning van Basan,want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid;
21. die hun land ten erfdeel gaf,want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid;
22. ten erfdeel aan Israël, zijn knecht,want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid;