Psalmen 122:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Een bedevaartslied. Van David.Ik was verheugd, toen men mij zeide:Laten wij naar het huis des Heren gaan.

2. Onze voeten staanin uw poorten, o Jeruzalem.

3. Jeruzalem is gebouwd als een stad,die wèl samengevoegd is;

4. waarheen de stammen opgaan,de stammen des Heren.Een voorschrift voor Israël is hetde naam des Heren te loven.

Psalmen 122