Psalmen 119:46-57 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

46. Ook zal ik voor koningen over uw getuigenissen sprekenzonder mij te schamen.

47. Ik toch verlustig mij in uw geboden,die ik liefheb;

48. daarom hef ik mijn handen op naar uw geboden die ik liefheb,en overdenk ik uw inzettingen.

49. Gedenk het woord tot uw knecht,omdat Gij mij hoop hebt gegeven;

50. dit is mijn troost in mijn ellende,dat uw belofte mij levend maakt.

51. Hoezeer overmoedigen mij bespotten,van uw wet wijk ik niet.

52. Als ik denk aan uw verordeningen van ouds,o Here, dan ben ik getroost.

53. Verontwaardiging greep mij aan vanwege de goddelozen,die uw wet verlaten.

54. Uw inzettingen zijn mij tot snarenspelin het huis van mijn vreemdelingschap.

55. Des nachts gedenk ik uw naam, o Here,en onderhoud ik uw wet.

56. Dit is mij ten deel geworden,omdat ik uw bevelen bewaar.

57. De Here is mijn deel, ik heb beloofduw woorden te onderhouden.

Psalmen 119