44. opdat ik uw wet bestendig onderhoude,voor altoos en immer.
45. Dan zal ik wandelen op ruime baan,want ik zoek uw bevelen.
46. Ook zal ik voor koningen over uw getuigenissen sprekenzonder mij te schamen.
47. Ik toch verlustig mij in uw geboden,die ik liefheb;
48. daarom hef ik mijn handen op naar uw geboden die ik liefheb,en overdenk ik uw inzettingen.
49. Gedenk het woord tot uw knecht,omdat Gij mij hoop hebt gegeven;