Psalmen 119:4-16 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

4. Gij hebt uw bevelen geboden,opdat men die ijverig onderhoude.

5. Och, dat mijn wegen vast warenom uw inzettingen te onderhouden.

6. Dan zou ik niet beschaamd staan,als ik op al uw geboden zie.

7. Ik zal U loven in oprechtheid des harten,wanneer ik uw rechtvaardige verordeningen leer.

8. Uw inzettingen zal ik onderhouden;verlaat mij niet geheel en al.

9. Waarmede zal de jongeling zijn pad rein bewaren?Als hij dat houdt naar uw woord.

10. Ik zoek U met mijn ganse hart,laat mij niet van uw geboden afdwalen.

11. Ik berg uw woord in mijn hart,opdat ik tegen U niet zondige.

12. Geprezen zijt Gij, Here;leer mij uw inzettingen.

13. Met mijn lippen verkondig ikalle verordeningen van uw mond.

14. In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mijals over allerlei rijkdom.

15. Uw bevelen zal ik overdenkenen op uw paden zal ik letten.

16. In uw inzettingen zal ik mij verlustigen,uw woord zal ik niet vergeten.

Psalmen 119