164. Zevenmaal daags loof ik Uom uw rechtvaardige verordeningen.
165. Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede,er is voor hen geen struikelblok.
166. Op uw heil hoop ik, o Here,en uw geboden doe ik.
167. Mijn ziel onderhoudt uw getuigenissen,ik heb ze hartelijk lief.
168. Uw bevelen en uw getuigenissen onderhoud ik,want al mijn wegen zijn vóór U.