160. Heel uw woord is de waarheid,al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig.
161. Vorsten vervolgen mij zonder oorzaak,maar mijn hart vreest voor uw woorden.
162. Ik verblijd mij over uw woordals iemand die rijke buit vindt.
163. Ik haat en verafschuw leugen,maar uw wet heb ik lief.
164. Zevenmaal daags loof ik Uom uw rechtvaardige verordeningen.