Psalmen 119:141-151 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

141. Ik ben klein en veracht,uw bevelen vergeet ik niet.

142. Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig,en uw wet is waarheid.

143. Treffen mij nood en verdrukking,dan zijn uw geboden mijn verlustiging.

144. Uw getuigenissen zijn gerechtigheid voor eeuwig;geef mij verstand, opdat ik leve.

145. Ik roep van ganser harte; antwoord mij, Here;uw inzettingen zal ik bewaren.

146. Ik roep U aan; verlos mij,dan zal ik uw getuigenissen onderhouden.

147. Vóór de morgenschemering roep ik om hulp,op uw woord hoop ik.

148. Vóór de nachtwaken beginnen,keren mijn ogen zich naar uw toezegging.

149. Hoor mijn stem, naar uw goedertierenheid; Here, maak mij levend naar uw recht.

150. Wie schanddaden najagen, zijn nabij,verre houden zij zich van uw wet;

151. nabij zijt Gij, o Here,en al uw geboden zijn waarheid.

Psalmen 119