140. Uw woord is geheel gelouterd,uw knecht heeft het lief.
141. Ik ben klein en veracht,uw bevelen vergeet ik niet.
142. Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig,en uw wet is waarheid.
143. Treffen mij nood en verdrukking,dan zijn uw geboden mijn verlustiging.
144. Uw getuigenissen zijn gerechtigheid voor eeuwig;geef mij verstand, opdat ik leve.
145. Ik roep van ganser harte; antwoord mij, Here;uw inzettingen zal ik bewaren.
146. Ik roep U aan; verlos mij,dan zal ik uw getuigenissen onderhouden.
147. Vóór de morgenschemering roep ik om hulp,op uw woord hoop ik.