134. Verlos mij van de verdrukking der mensen,dan zal ik uw bevelen onderhouden.
135. Doe uw aanschijn lichten over uw knecht,en leer mij uw inzettingen.
136. Mijn ogen vloeien als waterbeken,omdat men uw wet niet onderhoudt.
137. Gij zijt rechtvaardig, Here;uw verordeningen zijn waarachtig.
138. In gerechtigheid hebt Gij uw getuigenissen gebodenen in grote trouw.
139. Mijn ijver verteert mij,omdat mijn tegenstanders uw woorden vergeten.