126. Het is tijd voor de Here om te handelen,zij hebben uw wet verbroken.
127. Daarom heb ik uw geboden lief,meer dan goud, ja dan fijn goud;
128. daarom houd ik al uw bevelen in alles voor recht,ik haat elk leugenpad.
129. Wonderbaar zijn uw getuigenissen,daarom bewaart ze mijn ziel.
130. Het openen van uw woorden verspreidt licht,het geeft de onverstandigen inzicht.
131. Ik doe mijn mond wijd open en hijg,want ik verlang naar uw geboden.
132. Wend U tot mij en wees mij genadig,zoals recht is voor wie uw naam liefhebben.
133. Bevestig mijn schreden naar uw toezegging,laat generlei onrecht over mij heersen.
134. Verlos mij van de verdrukking der mensen,dan zal ik uw bevelen onderhouden.
135. Doe uw aanschijn lichten over uw knecht,en leer mij uw inzettingen.
136. Mijn ogen vloeien als waterbeken,omdat men uw wet niet onderhoudt.
137. Gij zijt rechtvaardig, Here;uw verordeningen zijn waarachtig.
138. In gerechtigheid hebt Gij uw getuigenissen gebodenen in grote trouw.
139. Mijn ijver verteert mij,omdat mijn tegenstanders uw woorden vergeten.
140. Uw woord is geheel gelouterd,uw knecht heeft het lief.