Psalmen 119:1-5 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn,die in de wet des Heren gaan.

2. Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren,die Hem van ganser harte zoeken;

3. die ook geen onrecht plegen,(maar) wandelen in zijn wegen.

4. Gij hebt uw bevelen geboden,opdat men die ijverig onderhoude.

5. Och, dat mijn wegen vast warenom uw inzettingen te onderhouden.

Psalmen 119