Psalmen 119:1-4 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

1. Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn,die in de wet des Heren gaan.

2. Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren,die Hem van ganser harte zoeken;

3. die ook geen onrecht plegen,(maar) wandelen in zijn wegen.

4. Gij hebt uw bevelen geboden,opdat men die ijverig onderhoude.

Psalmen 119