3. Uw volk is een en al gewilligheidten dage van uw heerban;in heilige feestdos rijst uit de schoot van de dageraadde dauw uwer jonge mannen voor u op.
4. De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet:Gij zijt priester voor eeuwig,naar de wijze van Melchisedek.
5. De Here is aan uw rechterhand.Hij verplettert koningen ten dage van zijn toorn;
6. Hij houdt gericht onder de heidenen, hoopt lijken op,verplettert hoofden op het wijde veld.
7. Hij drinkt onderweg uit de beek;daarom heft hij het hoofd op.