Psalmen 107:30-41 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

30. Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen,en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte.

31. Dat zij de Here loven om zijn goedertierenheiden om zijn wonderen aan de mensenkinderen;

32. dat zij Hem verhogen in de gemeente des volks,en Hem loven in de raad der oudsten.

33. Hij maakt stromen tot een woestijnen waterbronnen tot een dorstig land;

34. vruchtbaar land tot zoute grondwegens de boosheid van wie daar wonen;

35. Hij maakt de woestijn tot een waterpoelen dorstige grond tot waterbronnen.

36. Hongerigen doet Hij daar wonen,zij stichten er een stad ter woning,

37. zij bezaaien akkers en planten wijngaarden,die vrucht als opbrengst opleveren.

38. Hij zegent hen, zodat zij zeer talrijk worden,en hun vee laat Hij niet verminderen.

39. Dan verminderen zij en zinken wegdoor de druk van rampspoed en kommer.

40. Over de edelen giet Hij schande uit,Hij doet hen ronddolen in ongebaande wildernis.

41. Maar de arme beschermt Hij tegen verdrukkingen maakt geslachten talrijk als een kudde.

Psalmen 107