3. Erkent, dat de Here God is;Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe,zijn volk, de schapen die Hij weidt.
4. Gaat met een loflied zijn poorten binnen,zijn voorhoven met lofgezang,looft Hem, prijst zijn naam;
5. want de Here is goed,zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid,en zijn trouw tot in verre geslachten.