Prediker 7:7-21 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

7. Voorzeker, afpersing maakt een wijze dwaas, en een steekpenning bederft het hart.

8. Het einde ener zaak is beter dan haar begin; beter een lankmoedige dan een hoogmoedige.

9. Wees niet te spoedig geërgerd in uw geest, want ergernis huist in de boezem der dwazen.

10. Zeg niet: Hoe komt het, dat de vroegere tijden beter waren dan deze? Want niet uit wijsheid zoudt gij aldus vragen.

11. Wijsheid is even goed als een erfdeel en een voorrecht voor wie de zon aanschouwen.

12. Want de wijsheid beschermt evenals het geld, maar het is een voordeel te weten: de wijsheid doet haar bezitters leven.

13. Aanschouw het werk Gods, want wie kan recht maken wat Hij gebogen heeft?

14. Wees goedsmoeds in tijd van voorspoed, maar denk op de kwade dag: ook deze heeft God gemaakt evenzeer als die; immers kan de mens van de toekomst niets ontdekken.

15. Allerlei heb ik gezien in mijn ijdele dagen: er is een rechtvaardige, die ondanks zijn gerechtigheid te gronde gaat en er is een goddeloze, die ondanks zijn boosheid een lang leven heeft.

16. Wees niet te zeer rechtvaardig en gedraag u niet al te wijs; waarom zoudt gij uzelf tot verbijstering brengen?

17. Wees niet te zeer goddeloos en wees geen dwaas; waarom zoudt gij sterven vóór uw tijd?

18. Het is goed, dat gij aan het ene vasthoudt en ook van het andere uw hand niet aftrekt, want hij, die God vreest, ontkomt aan dit alles.

19. De wijsheid geeft de wijze meer macht dan tien machthebbers in een stad bezitten.

20. Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed doet zonder te zondigen.

21. Ook moet gij niet letten op alle woorden die men spreekt, opdat gij niet hoort, dat uw knecht u vervloekt,

Prediker 7