1. Wederom aanschouwde ik alle onderdrukkingen die onder de zon geschieden, en zie: tranen der onderdrukten, en zij hadden geen trooster; maar aan de zijde hunner onderdrukkers was macht – en zij hadden geen trooster.
2. Daarom prees ik de doden die reeds lang gestorven zijn, gelukkig boven de levenden die nog in leven zijn,