Numeri 35:12-27 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

12. En die steden zullen u tot een wijkplaats zijn tegen de bloedwreker, opdat de doodslager niet sterve, voordat hij voor de vergadering heeft terechtgestaan.

13. En de steden die gij aanwijzen zult, zullen voor u zes vrijsteden zijn.

14. Drie steden zult gij aanwijzen aan de overzijde van de Jordaan en drie steden zult gij aanwijzen in het land Kanaän; vrijsteden zullen het zijn.

15. Die zes steden zullen voor de Israëlieten en voor de vreemdeling en voor de bijwoner onder u tot een wijkplaats zijn, opdat daarheen ieder vluchte, die onopzettelijk iemand gedood heeft.

16. Maar indien hij hem met een ijzeren voorwerp zo geslagen heeft, dat hij stierf, dan is hij een doodslager; de doodslager zal zeker gedood worden.

17. En indien hij hem met een steen in de hand, waardoor iemand zou kunnen sterven, zo heeft geslagen, dat hij stierf, dan is hij een doodslager; de doodslager zal zeker gedood worden.

18. Of indien hij hem met een houten voorwerp in de hand, waardoor iemand zou kunnen sterven, zo heeft geslagen, dat hij stierf, dan is hij een doodslager; de doodslager zal zeker gedood worden.

19. De bloedwreker zelf zal de doodslager doden; wanneer hij hem aantreft, zal hij hem doden.

20. En indien hij hem in haat gestoten of met opzet naar hem geworpen heeft, zodat hij stierf,

21. of indien hij hem in vijandschap met zijn hand zo geslagen heeft, dat hij stierf, zal degene die gedood heeft, zeker gedood worden; hij is een doodslager; de bloedwreker zal de doodslager doden, als hij hem aantreft.

22. Maar indien hij hem onvoorziens, zonder vijandschap, gestoten of zonder opzet enig voorwerp naar hem geworpen heeft,

23. of achteloos een steen, waardoor iemand zou kunnen sterven, op hem heeft laten vallen, zodat hij stierf, terwijl hij hem niet vijandig gezind was noch zijn kwaad zocht,

24. dan zal de vergadering krachtens deze bepalingen recht spreken tussen degene die gedood heeft, en de bloedwreker;

25. en de vergadering zal de doodslager uit de hand van de bloedwreker bevrijden, en de vergadering zal hem naar de vrijstad doen terugkeren, waarheen hij gevlucht was, waar hij wonen zal tot de dood van de hogepriester, die men met de heilige olie gezalfd heeft.

26. Indien echter de doodslager de grens van de vrijstad, waarheen hij gevlucht was, ook maar even overschrijdt,

27. en de bloedwreker vindt hem buiten het gebied van zijn vrijstad, en de bloedwreker slaat de doodslager dood, dan zal het hem niet tot bloedschuld zijn.

Numeri 35