Numeri 32:21-25 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

21. en ieder van u, die toegerust is, voor het aangezicht des Heren over de Jordaan zal trekken, totdat Hij zijn vijanden van zijn aangezicht verdreven heeft,

22. zodat het land voor het aangezicht des Heren ten onder gebracht is, en gij daarna terugkeert, dan zult gij vrij staan tegenover de Here en tegenover Israël, en dan zal dit land voor u zijn tot een bezitting voor het aangezicht des Heren.

23. Maar doet gij aldus niet, zie, dan zondigt gij tegen de Here, en gij zult gewaar worden, dat uw zonde u vinden zal.

24. Bouwt u steden voor uw kinderen en kooien voor uw kleinvee, en doet wat gij gezegd hebt.

25. En de Gadieten en de Rubenieten zeiden tot Mozes: Uw knechten zullen doen, zoals mijn heer gebiedt.

Numeri 32