Numeri 3:2-7 NBG-vertaling 1951 (NBG51)

2. Dit waren de namen der zonen van Aäron: de eerstgeborene was Nadab, voorts Abihu, Eleazar en Itamar.

3. Dit waren de namen der zonen van Aäron, de gezalfde priesters, die hij gewijd had om het priesterambt te bekleden.

4. Nadat Nadab en Abihu voor het aangezicht des Heren gestorven waren in de woestijn Sinai, toen zij vreemd vuur vóór de Here brachten – zij hadden geen zonen – bekleedden Eleazar en Itamar het priesterambt tijdens het leven van hun vader Aäron.

5. De Here nu sprak tot Mozes:

6. Laat de stam Levi aantreden en stel hem voor het aangezicht van de priester Aäron, opdat zij hem dienen,

7. en zij zullen hun taak vervullen te zijnen behoeve en ten behoeve van de gehele vergadering vóór de tent der samenkomst, door de dienst bij de tabernakel te verrichten;

Numeri 3